SRV-records instellen
Met behulp van de Service Resource Records (SRV) kan je vastleggen welke diensten onder je domein/subdomein worden aangeboden. SRV-records worden vaak gebruikt voor de protocollen XMPP, SIP of LDAP, evenals voor het gebruik van Office 365.
Je kunt maximaal 5 SRV-records per (sub)domein instellen. Ga hiervoor in je klantenlogin naar Domeinen en vervolgens Domeinbeheer. Klik bij een domein op Configureren, dan op DNS-beheer en open vervolgens het SRV-recordbeheer.
Nadat je op deze pagina gekozen hebt om SRV-records te activeren, moet je een aantal gegevens opgeven om een nieuw SRV-record toe te voegen. Vul hiervoor de zes invoervelden volledig in.
Beschrijving | Invoer | |
Service | De naam van de dienst, bijvoorbeeld sip | Aantal tekens = min. 1 tot max. 24. Toegestane tekens = letters a-z en A-Z, geen trema's, cijfers 0-9, speciale tekens "-". De invoer moet ten minste één letter bevatten en mag niet beginnen met "-". |
Protocol | Vul hier het gewenste protocol in, bijvoorbeeld tcp | Toegestane tekens = letters a-z en A-Z, geen trema's, cijfers 0-9 |
Prioriteit | Invoer met lage prioriteit wordt met voorkeur behandeld | Toegestane tekens = cijfers 0-9 Range = 0-65535 |
Gewicht | Het gewicht wordt gebruikt voor lastverdeling bij gelijke prioriteit | Toegestane tekens = cijfers 0-9 Range = 0-65535 |
Poort | Voer hier het poortnummer in | Aantal tekens = min. 1 tot max. 5. Toegestane tekens = cijfers 0-9 Range = 0-65535 |
Doel | De hostname die de dienst ter beschikking stelt, bijv. sip.domein.nl | Toegestane tekens = letters a-z en A-Z, geen trema's, cijfers 0-9, speciale tekens ".", "-". |
Verdere gegevens, zoals Domein, TTL en Class worden automatisch ingevuld. De absoluut noodzakelijke onderstrepingen bij Service en Protocol worden eveneens automatisch toegevoegd.